Voordat er wordt begonnen met het instellen van X11 is de volgende informatie van de te installeren machine nodig:
Monitor specificaties
Chipset van de videokaart
Geheugen van de videokaart
De specificaties van de monitor worden door X11 gebruikt om de resolutie en ververssnelheid te bepalen. Deze specificaties kunnen normaal gesproken verkregen worden uit de bij de monitor geleverde documentatie of van de website van de leverancier. Er zijn twee nummerreeksen nodig: de horizontale scansnelheid (scan rate) en de verticale synchronisatiesnelheid (vertical synchronization).
De chipset van de videokaart bepaalt welk stuurprogramma X11 gebruikt om de grafische hardware aan te spreken. Bij de meeste chipsets kan dit automatisch bepaald worden, maar het is altijd handig om dit te weten voor het geval de automatische detectie niet correct werkt.
Het geheugen op de videokaart bepaalt de resolutie en kleurdiepte waarmee het systeem kan werken. Dit is belangrijk omdat de gebruiker zo de grenzen van zijn systeem kent.
Sinds versie 7.3 kan Xorg vaak zonder enig instellingenbestand werken door eenvoudig op de prompt te typen:
% startx
Als dit niet werkt, of als de standaardconfiguratie niet acceptabel is, dient X11 handmatig geconfigureerd te worden.
Opmerking: Bureaubladomgevingen als GNOME, KDE, of XFce hebben gereedschappen waarmee de gebruiker eenvoudig de schermparameters zoals de resolutie kan instellen. Dus als de standaardconfiguratie niet acceptabel is en u van plan bent om een bureaubladomgeving te installeren kunt u gewoon doorgaan met de installatie van de bureaubladomgeving en het juiste scherminstelgereedschap gebruiken.
Het instellen van X11 bestaat uit meerdere stappen. De eerste stap is het bouwen van een instellingenbestand. Dit kan als de supergebruiker met:
# Xorg -configure
Dit genereert een kaal X11-instellingenbestand in de map /root met de naam xorg.conf.new. Feitelijk wordt bepaald waar de map staat door hoe er superuser rechten zijn verkregen. $HOME is anders bij gebruik van su(1) of bij direct aanmelden. Het X11 programma probeert dan de grafische hardware te detecteren en schrijft een instellingenbestand dat de juiste stuurprogramma's laadt voor de gevonden hardware van het systeem.
De volgende stap is het testen van de bestaande instellingen om te controleren of Xorg met de grafische kaart van het doelsysteem kan werken. Dit kan met:
# Xorg -config xorg.conf.new
Als er een zwart/grijs rooster en een X muis cursor verschijnen was de instelling succesvol. Om de test te stoppen dient gelijktijdig op Ctrl+Alt+Backspace gedrukt te worden.
Opmerking: Als de muis niet werkt, dan moet deze eerst ingesteld worden. Zie Paragraaf 2.10.10 in het FreeBSD installatie hoofdstuk.
Nu moet xorg.conf.new worden aangepast aan de smaak van de gebruiker. Hiervoor moet het bestand in een teksteditor zoals emacs(1) of ee(1) worden geladen. Eerst moeten de frequenties van de monitor toegevoegd worden. Die zijn meestal weergegeven als horizontale en verticale synchronisatiesnelheid. Deze waarden worden toegevoegd aan xorg.conf.new in het onderdeel "Monitor":
Section "Monitor" Identifier "Monitor0" VendorName "Monitor Vendor" ModelName "Monitor Model" HorizSync 30-107 VertRefresh 48-120 EndSection
In het instellingenbestand kunnen de sleutelwoorden HorizSync en VertRefresh missen. Als ze er niet staan, moeten ze toegevoegd worden met de juiste horizontale synchronisatiesnelheid achter het HorizSync sleutelwoord en de verticale synchronisatiesnelheid achter het VertRefresh sleutelwoord. In het bovenstaande voorbeeld werden de gegevens van de monitor ingevoerd.
X kan DPMS (Energy Star) eigenschappen gebruiken bij monitoren die dit ondersteunen. xset(1) regelt de timeouts en kan de statussen standby, suspend of uit forceren. Om DPMS eigenschappen voor een monitor te activeren, moet de volgende regel toegevoegd worden aan de monitor sectie:
Option "DPMS"
Als het instellingenbestand xorg.conf.new toch open staat in de editor dan kan ook meteen de gewenste standaardresolutie en kleurdiepte gekozen worden. Dit staat in het onderdeel "Screen":
Section "Screen" Identifier "Screen0" Device "Card0" Monitor "Monitor0" DefaultDepth 24 SubSection "Display" Viewport 0 0 Depth 24 Modes "1024x768" EndSubSection EndSection
Het sleutelwoord DefaultDepth beschrijft de kleurdiepte die
standaard wordt gebruikt. Met de commandoregeloptie -depth
van
Xorg(1) kan dit
overschreven worden. Het sleutelwoord Modes beschrijft de
resolutie waarmee gewerkt wordt bij de opgegeven kleurdiepte. Alleen VESA standaarden die
door de grafische kaart van het systeem worden gedefinieerd worden ondersteund. In het
voorbeeld hierboven is de standaard kleurdiepte 24 bits per pixel. Bij deze kleurdiepte
is de toegestane resolutie 1024 bij 768 pixels.
Opmerking: Bij het oplossen van problemen zijn de logboekbestanden van X11 vaak een goede hulp. Ze bevatten informatie voor ieder apparaat waar de X11 server verbinding mee maakt. Namen van Xorg logboekbestanden hebben de vorm /var/log/Xorg.0.log. De precieze naam van een logboekbestand van variëren van Xorg.0.log tot Xorg.8.log enzovoort.
Als alles is ingesteld, moet het instellingenbestand op een plaats gezet worden waar Xorg(1) het kan vinden. Dit is meestal /etc/X11/xorg.conf of /usr/local/etc/X11/xorg.conf:
# cp xorg.conf.new /etc/X11/xorg.conf
Het instellen van X11 is nu gereed. Xorg gestart worden met startx(1). De X11-server kan ook gestart worden met behulp van xdm(1).
Opmerking: Er is ook een grafisch configuratiegereedschap, xorgcfg(1), dat met de X11-distributie wordt geleverd. Hiermee kunnen de instellingen en stuurprogramma's interactief gekozen worden. Dit kan ook op het console gebruikt worden: xorgcfg -textmode. Meer details zijn te vinden in de hulppagina xorgcfg(1).
Er is ook nog het hulpprogramma xorgconfig(1). Dit programma is op het console te gebruiken en is veel minder gebruikersvriendelijk, maar het zou wel kunnen werken in gevallen waarin andere hulpprogramma's dat niet doen.
Instellen met Intel® i810 geïntegreerde chipsets vereist de agpgart AGP programmeerinterface voor X11 om de kaart aan te sturen. Zie de agp(4) handleiding voor meer informatie.
Hierdoor wordt het instellen van de hardware net als ieder andere grafische kaart. Bij systemen die zonder agp(4) stuurprogramma gecompileerd zijn slaagt het laden van module met kldload(8) niet. Het stuurprogramma moet in de kernel geladen zijn tijdens het opstarten door te compileren of door /boot/loader.conf te gebruiken.
Deze sectie gaat uit van wat diepere configuratiekennis. Als pogingen om de bovenstaande standaard instelgereedschappen niet tot een werkende configuratie leidden, dan is er genoeg informatie in de logbestanden om de opstelling aan de praat te krijgen. Het gebruik van een tekstverwerker zal nodig zijn.
Huidige breedbeeldformaten (WSXGA, WSXGA+, WUXGA, WXGA, WXGA+, et. al.) ondersteunen 16:10 en 10:9 formaten of aspectverhoudingen die problematisch kunnen zijn. Voorbeelden van enkele veelvoorkomende schermresoluties voor 16:10 aspectverhoudingen zijn:
2560x1600
1920x1200
1680x1050
1440x900
1280x800
Op een gegeven moment zal het toevoegen van een van deze resoluties net zo eenvoudig zijn als een mogelijke Mode in het Section "Screen":
Section "Screen" Identifier "Screen 0" Device "Card0" Monitor "Monitor0" DefaultDepth 24 SubSection "Display" Viewport 0 0 Depth 24 Modes "1680x1050" EndSubSection EndSection
Xorg is slim genoeg om de resolutie-informatie via I2C/DDC-informtie uit het flatpanel te onttrekken zodat het weet wat de monitor aan kan wat betreft frequenties en resoluties.
Als die ModeLines niet bestaan in de stuurprogramma's, dient men Xorg een kleine hint te geven. Met behulp van /var/log/Xorg.0.log kan men genoeg informatie onttrekken om handmatig een werkende ModeLine aan te maken. Kijk naar informatie die op deze lijkt:
(II) MGA(0): Supported additional Video Mode: (II) MGA(0): clock: 146.2 MHz Image Size: 433 x 271 mm (II) MGA(0): h_active: 1680 h_sync: 1784 h_sync_end 1960 h_blank_end 2240 h_border: 0 (II) MGA(0): v_active: 1050 v_sync: 1053 v_sync_end 1059 v_blanking: 1089 v_border: 0 (II) MGA(0): Ranges: V min: 48 V max: 85 Hz, H min: 30 H max: 94 kHz, PixClock max 170 MHz
Deze informatie wordt EDID-informatie genoemd. Hiervan een ModeLine maken is gewoon een kwestie van de nummers in de juiste volgorde zetten:
ModeLine <name> <clock> <4 horiz. timings> <4 vert. timings>
Dus de ModeLine in Section "Monitor" zou er voor dit voorbeeld uitzien als:
Section "Monitor" Identifier "Monitor1" VendorName "GroteNaam" ModelName "BesteModel" ModeLine "1680x1050" 146.2 1680 1784 1960 2240 1050 1053 1059 1089 Option "DPMS" EndSection
Na het voltooien van deze eenvoudige stappen, zou X moeten starten op uw nieuwe breedbeeldmonitor.
Deze en andere documenten kunnen worden gedownload van ftp://ftp.FreeBSD.org/pub/FreeBSD/doc/.
Lees voor vragen over FreeBSD de documentatie alvorens contact te zoeken
<questions@FreeBSD.org>.
Vragen over deze documentatie kunnen per e-mail naar <doc@FreeBSD.org>.